Deel 2 – Mijmeringen van een katholiek jongetje van 6 t/m 9 jaar: terugdenkend aan de Voorstreek uit de begin 60-er jaren

de-kelders-1938Niet ieder kind had in deze periode een fiets. De meeste kinderen moesten naar school lopen. En omdat dit langzamer gaat dan fietsen en je dat elke dag deed, had je op het laatst oog voor veel details, die je onderweg telkens weer tegen kwam. Ik las onlangs dat er 16 nationaliteiten op de Voorstreek wonen. In mijn tijd was er sprake van slechts één andere nationaliteit en dat was de Italiaanse. De Heer Talamini maakte ambachtelijk ijs op de Nieuweburen, bijna recht tegenover de St. Bonifatiuskerk.

Door: Hielke de Groot

Hij zetelde onder het eerste (betonnen) flatgebouw van Leeuwarden, dat dan weer wel. Verder had je nog de familie Delea; dit waren schoorsteenvegers. Vader Ambrosius Delea was een Zwitser, meende ik, en ook begonnen op de Nieuweburen in 1900. Maar dan had je het ook wel gehad met de buitenlanders. Verderop, bijna achteraan op de Nieuweburen bij de Vijzelstraat, had je een winkeltje dat “bepaalde boekjes ” verkocht; daar zal ik het maar bij laten. Schuin tegenover deze winkel, op de Nieuweburen, had je in onze ogen de “schuilplaats” van de Dingly Boys. Later noemden ze zichzelf “La Garçons Dingly”. Deze club stoere jongens in leren jasjes en met vetkuiven, waren in het landelijke nieuws geweest. Achter het Nieuws van de VARA besteedde er destijds door middel van een reportage aandacht aan. Andere beruchte Leeuwarder clubs zouden zijn afgetuigd met fietskettingen en boksbeugels. In een grote Cadillac reden ze over de Voorstreek langs de gebouwen van de Leeuwarden Courant. Sensatie in Leeuwarden, met name op de Voorstreek en omgeving. Het sloeg in als een bom.

Mysterieuze winkel

Als je de pijp (brug) afliep, liep je als het ware bij Piet Pruis naar binnen, de fietsenwinkel. Daarnaast had je een hele mysterieuze winkel, Arends. Daar lagen grafzerken in de etalage. Waarom lagen de doden hier in de winkel begraven en niet op een kerkhof? Als kind begreep ik er niets van. Bij mij in de klas zaten veel kindjes waarvan de ouders katholiek of joods waren. In de binnenstad had je veel winkels die van oorsprong deze religies aanhingen. Copini bijvoorbeeld, de juwelier c.q. klokkenmaker. Je vond deze winkel, komende vanaf de kerk, bijna direct om de hoek als je rechtsom de Voorstreek op liep. Verder had je nog Witteveen, de handschoenenwinkel aan het Naauw. Piet Kok, Manufacturen- winkel. Frans Dostal had iets met de onderwereld uit te staan: daar moest je niet te lang blijven staan, anders kon je worden neergemaaid, werd er verteld. Hier was dus de onderwereld, wat dat ook zou mogen zijn; lang naar gezocht, maar hier was het. Als kind geloofde je toch alles?

Gevaarlijke stadsbus

Als je in de stadsbus over de Voorstreek reed, was je blij dat je de gebouwen van de Leeuwarder Courant was gepasseerd. Immers, bij die passage hing de stadsbus vervaarlijk zijwaarts, waardoor je het gevoel had in de stadsgracht te kieperen. Blij en opgelucht was je, als je het volgende stuk had bereikt: ijzerwarenhandel Postma en tenslotte supermarkt Fred van der Werff. Hier hing de bus lang niet meer zo scheef, maar je scheet wel 7 peuken. Bij de Zilvo op de hoek van de Voorstreek en Over de Kelders stapte je opgelucht uit de bus, je had het weer overleefd. Nog even kijken bij Radio Vaatjes tegenover de Zilvo en lp’s luisteren. Dit kon je ook bij Poort doen trouwens. Even verderop had je de Koningstraat waar ook een bepaald winkeltje was.  De naam van de winkel was: “De Witte Kat”. Heb ik nooit begrepen. Wat hadden batterijen nou uit te staan met de hier uitgestalde waren? Op het hoekje van de straat met de Tweebaksmarkt had je een griezelkelder, die in mijn ogen niet veel voorstelde. En ach, zo kan ik wel doorgaan met mijmeren, maar mogelijk zet dit andere oud-Leeuwarders op het spoor mijn mijmeringen voort te zetten en ook iets aan het papier toe te vertrouwen?

Klik hier voor het eerste deel van deze serie over de Voorstreek.