Iepen Mienskip is een begrip dat vooral bekendheid kreeg toen voormalig gedeputeerde Jannewietske de Vries dit gebruikte in 2015 in de strijd om de titel Culturele Hoofdstad van Europa. Het betreft niet zomaar een kreet over Fryslân, maar is gebaseerd op de open houding van de Friezen door de eeuwen heen.
Door: Jantsje Walstra
Allereerst, in de Romeinse tijd, waren de Friezen degenen die als eerste het onbewoonbare gebied bewoonbaar maakten door terpen te bouwen. De Romeinen vonden het toenmalige Friesland niet interessant om te veroveren, ook vanwege die onbewoonbaarheid. Later bouwden de Friezen dijken. Dit maakt hen tot ontwerpers van het wereldwijd bekende poldermodel.
“Leaver dea as slaaf”
Er vond in die tijd een levendige handel over zee en water plaats. Turf werd uit de veengebieden gewonnen, vervoerd over water (vaarten werden hiervoor uitgegraven) en vervolgens gebruikt als stookmiddel. Elders waren er feodale stelsels; hiërarchische stelsels met aan het hoofd een adellijke boer, die heerschappij had over kleinere boeren en knechten. In Fryslân waren er geen feodale stelsels. Hier woonden vrije boeren, met in de stadjes vrije handelaren. Dat ze vrij konden blijven, kwam mede door de “Slach bij Warns” (1345). Dit was een strijd tussen de Friezen en de Hollanders, waarbij de laatstgenoemden het onderspit dolven. De Friese cultuur – en met name de tweetaligheid – bleef hierdoor behouden. Met betrekking tot deze gebeurtenis bedacht men de bekende uitspraak: “Leaver dea as slaaf”.
Deze Friese vrijheid werd later verkwanseld door onderlinge familievetes, “feterjocht” (bloedwraak) genoemd. Dit was vooral het geval tussen de groepen Skieringers en Fetkeapers. Toen de buitenlandse heerser Albrecht van Saksen in 1498 werd aangesteld als gouverneur van Fryslân, kwam er een einde aan deze vetes en was het ook gedaan met de Friese vrijheid.
Basisprincipes
Het gedachtegoed van de Hugenoten die naar Friesland kwamen, nadat ze binnen Frankrijk vogelvrij verklaard werden na het Edict van Nantes (1685), had ook invloed op de Friese identiteit. Zij hebben voor de calvinistische (protestantse) geloofsovertuiging gezorgd in Fryslân. Het gebied had wel profijt van hun komst, omdat zij goede vaklieden waren en veel nuttige relaties hadden. Dit was economisch interessant voor de Friezen.
De principes vrijheid, gelijkheid en broederschap, die tijdens de Franse Revolutie goede uitgangspunten voor een open samenleving bleken, kregen ook invloed op de Friese cultuur. Dit zijn de basisprincipes van de Iepen Mienskip.
Migratiestromen
Door de eeuwen heen hebben veel migranten zich in onze provincie gevestigd. Zo ook de hannekemaaiers, seizoensarbeiders die de boeren in het hooi hielpen. Ze kwamen uit andere delen van Nederland en later zelfs uit Duitsland. Deze Duitsers noemde men Poepen. Tegelijkertijd kwamen ook Duitsers met handelswaar (waaronder vaak stoffen) langs de deuren van de boeren. Deze van oorsprong “Fyndoekspoepen” kregen later zelfs bekende winkelketens in het land, zoals Clemens en August (C&A) en Vroom en Dreesmann (V&D).
In het begin van de twintigste eeuw kwamen nog vele mensen uit verschillende landen zich Fryslân binnen. Vele Belgische vluchtelingen kwamen over de grens ten tijde van de Eerste Wereldoorlog. Later kwamen de Molukse vluchtelingen, die voor het merendeel als militair voor Nederland waren aangesteld in Nederlands-Indië. Toen Indonesië onafhankelijk werd, was daar geen plek meer voor hen, maar konden ze onder meer tijdelijk in Nederland terecht (1952). Tevens kwam uit Hongarije (in verband met de Hongaarse revolutie) een aantal vluchtelingen naar Fryslân.
Later in de twintigste eeuw was er een enorme emigratiegolf van Friezen naar de Verenigde Staten (Texas) en Canada. De reden hiervan was meestal economisch van aard. Friese boerenzonen hoopten daar boerderijen op te zetten. De reden dat Turkse, Italiaanse en Spaanse gastarbeiders naar Fryslân kwamen, had ook een economisch karakter. Het was de bedoeling slechts gedurende een bepaalde periode te blijven. Er was in die tijd namelijk een tekort aan werknemers, met name aan ongeschoolde arbeiders. Het was eerst de bedoeling dat de gastarbeiders na verloop van tijd weer terug zouden keren naar hun vaderland. In de praktijk kwam het erop neer dat ze hun vrouw en kinderen meestal later lieten overkomen. De nieuwkomers waren onder meer verantwoordelijk voor de grotere verscheidenheid aan etenswaar. Nu konden de Friezen bijvoorbeeld Italiaans ijs en macaroni eten.
Multiculturele samenleving
Fryslân heeft, evenals de rest van Nederland, een multiculturele samenleving. De overheid vraagt allochtonen, door middel van bijvoorbeeld inburgeringscursussen, zich aan te passen aan het nieuwe land. Tevens vergt het een aanpassing en een open houding van autochtonen om dit proces van inburgering positief te beïnvloeden. De autochtonen (Friezen) dienen op hun beurt de nieuwe culturele eenheid te accepteren als een welkome aanvulling op de eigen cultuur.* Fryslân bleek vaak erg gastvrij en tolerant te zijn voor nieuwkomers. Ook nu nog worden vluchtelingen door de meesten met open armen ontvangen. Op de hogescholen komen veel studenten met een buitenlandse achtergrond en zij maken de Iepen Mienskip veelkleurig, oftewel multicultureel.
In de Iepen Mienskip proberen we de verbinding met elkaar te creëren. De raakvlakken te zoeken in plaats van de verschillen te benadrukken. Ook daarom moet nog vermeld worden dat een Iepen Mienskip bedoeld is om iedereen, ongeacht leeftijd, psychische kwetsbaarheid, verstandelijke en/of lichamelijke beperking, etnische en/of culturele afkomst, seksuele geaardheid of geloofsopvattingen erbij te betrekken. Alle minderheden doen mee in deze “participatiemaatschappij”. Iedereen mag participeren in de Iepen Mienskip!
Bronvermelding:
Maaike Vriesema en Annelies van der Goot, Friesland wees zacht voor mij; Nieuwkomers in de provincie door de eeuwen heen. 2006.