Wat je moet weten over de Friese taal

Friesland is klein, maar heeft ontzettend veel te bieden: oranjekoek, de Friese meren, suikerbrood, de Waddeneilanden en in het bijzonder: een eigen taal. In 2018 vindt rondom het Oldehoofsterkerkhof en in de Prinsentuin het programma “Lân fan Taal” plaats, wat Fries is voor “land van taal”. Dit programma draait om het belang van taaldiversiteit en meertaligheid, want taal verbindt mensen en creëert mienskip (gemeenschap). De perfecte gelegenheid dus, om alvast wat voorkennis op te doen over deze bijzondere taal: het Fries.

Door: Welmoed van der Weerd

Toen en nu
De Friese taal is ontstaan in de periode van ca. 1100 tot 1575. Oorspronkelijk behoort de Friese taal tot de West-Germaanse tak van de Germaanse talen. Omdat Nederlands en Engels ook Germaanse talen zijn, is het Fries hieraan nauw verwant. Het woord ‘deur’ bijvoorbeeld, is in het Engels ‘door’ en in het Fries ‘doar’. Het Friese woord ‘dei’ betekent ‘day’ in het Engels en het Friese woord ‘bean’ is zelfs helemaal gelijk aan het Engelse ‘bean’. Zo zijn er veel meer van dit soort woorden waaraan te zien is hoe deze talen af en toe overeenkomen. Na de Middeleeuwen hebben de talen zich echter wel verschillend ontwikkeld en de overeenkomsten zijn nu vooral terug te zien in vergelijkingen met het oud-Engels.

Sinds 1980 is Fries een verplicht vak in het basisonderwijs. Kinderen leren de taal te verstaan en basis Fries te spreken en te schrijven. Vanaf 1993 werd het vak ook verplicht voor de eerste en tweede klassen  van het voortgezet onderwijs.

Dialecten
Fries is de tweede erkende taal in Nederland. De Friese taal kent vier verschillende soorten waarvan het “Westerlauwers Fries” de soort is die in Friesland wordt gesproken. De overige soorten komen voor rond de grensstreek tussen Duitsland en Denemarken. Om het wat ingewikkelder te maken, is ook het Westerlauwers Fries weer onder te verdelen in  verschillende versies, want sommige regio’s in Friesland hebben hun eigen dialect.

Spreekwoorden
Veel Nederlandse spreekwoorden kunnen gewoon letterlijk naar het Fries worden vertaald, maar zoals veel talen heeft ook het Fries zijn eigen typische gezegdes. Om er één te noemen: “Bûter, brea en griene tsiis, wa’t dat net sizze kin, is gjin oprjochte Fries”. Het betekent letterlijk: boter, brood en groene kaas, wie dat niet kan zeggen, is geen oprechte Fries. Dit middeleeuwse spreekwoord is bedacht door de Friese verzetsheld Grutte Pier om niet-Friezen te kunnen onderscheiden van echte Friezen. De niet-Friezen struikelden over hun woorden, vielen door de mand en werden vermoord. Er bestaan tal van dit soort Friese spreekwoorden en deze worden vaak op tegeltjes gezet.

De conclusie van dit verhaal: al is Fryslân plat, it hat syn hichtepunten (al is Friesland plat, het heeft zijn hoogtepunten)! 

Meer weten over Fries of “Lân fan Taal”? Neem een kijkje op de websites www.2018.nl en www.afuk.nl  of bezoek Afûk op de Boterhoek in Leeuwarden.